Wandeling door Eemnes (1 van 2)

Aan de hand van 75 afbeeldingen met toelichting.
Op deze pagina nr. 1 t/m 39.

Klik hier om naar de overige afbeeldingen
(40 t/m 75) te gaan.

1  Deze boerderij, Wakkerendijk 278, die aan de grens van Baarn en Eemnes-Binnen lag, stond het verkeer op de smalle dijk danig in de weg. Moest in het verleden de voorgevel het al eens door het verkeer ontgelden, in later jaren moest de boerderij voor grondverslindende wegenaanleg helemaal wijken. In het verleden werd vóór deze boerderij de burgemeester bij officiële gelegenheden verwelkomd. Dit gebeurde bij zijn installatie of bij een feestelijke optocht, waarbij de koets van de burgervader zich in de stoet voegde om mee te rijden naar Buitendijk. Wie de man met de zeis en het vrouwtje in de deuropening zijn, was niet te achterhalen.

2  Vlak voor de tegenwoordige Eikenlaan had men vroeger de eeuwenoude herberg “Het Zwaantje” (Wakkerendijk 258), hier herkenbaar aan het uithangbord. De deur lag wat lager dan de weg en men moest dan ook een trapje af om naar binnen te gaan. De leuning langs dat trapje was voor menigeen bij het naar buiten gaan een noodzaak! Op het huis hiernaast staat tegenwoordig een zwaan. Deze zwaan herinnert aan het feit dat het café in 1925 een deurtje werd verplaatst. De oude herberg werd in 1948 grondig gerestaureerd.

3  Café “Het Zwaantje”, Wakkerendijk 258, was een van de oudste herbergen ter plaatse. Jacob van Lennep liet er Ferdinand Huyck in 1732 in de opkamer een maal gebruiken. Op deze foto zien we de vrouw van herbergier Driekus Luif, Annemeu Wortel (overleden 1909), bij de schouw zitten. Rechts ziet u de lei, waarop zij de verteringen noteerde. Het eeuwenoude huis werd, nadat het café verplaatst was, in 1925 door de familie Hoofd gekocht. Bij de restauratie in 1948 werden di-verse oude munten en pijpenkoppen onder de vloer gevonden.

4. In 1925 liet Jacob van Wegen, naast het oude “Zwaantje”, door Rebel een nieuw café bouwen (Wakkerendijk 256). Schipper Kuiper voerde met zijn schip de stenen aan. Tot 1954 heeft het café als zodanig dienst gedaan. Het Amstelbier (zie ook vorige foto) werd door beurtschipper Van IJken vanuit Amsterdam aangevoerd. Ook nu nog staat er boven de aangebouwde serre een bord met “Het Zwaantje”. De prachtige kastanjes, die voor het café stonden, zijn in 1964 helaas verdwenen.

 

5. Bij het zilveren regeringsjubileum van koningin Wilhelmina in 1923, zond de Oranjevereniging een in klederdracht gestoken groep Eemnessers naar de hoofdstad om daar de festiviteiten op te luisteren. Voor het station te Baarn ging men nog even op de kiek.Van links naar rechts zien we: mej. Hogenhout, mevr. Van Loosen-Hoepen, Dien Seldenrijk, gemeentesecretaris D. van Hoepen, Marie Koelewijn, mevr. Jonker-van Hoepen, mevr. K. Koelewijn en mej. M. Post. Vooraan: mej. Wortel en mej. Seldenrijk. De mannen dragen de hoge pet als hoofddeksel, de vrouwen de oorijzermuts.

6. De Wakkerendijk had vóór 1932 een waterkerende functie (elk jaar overstroomde de polder ’s winters) en hij was hoger dan nu. In de dijk zaten mennegaten, waardoor de boeren hun land konden bereiken. Op 1 oktober werden er in deze gaten twee planken geplaatst, waartussen men zand deed (half dicht); 16 oktober moesten ze helemaal dicht zijn. De prachtige iepen op de dijk moesten na de watersnood van 1916 op last van provinciale waterstaat gekapt worden, omdat dijkdoorbraken vaak bij wortelstelsels plaats vonden.

7.  Dit achter de dijk gelegen huisje naast “’t Dikke Torentje”, zoals de Pieterskerk wordt genoemd, heeft vele bewoners gekend. Klompenmaker Bijvank, Willem Hoed (Hilhorst), huisslachter Pureveen, Van Isselt en Teus Blom woonden er. In de jaren twintig werd er een andere woning gebouwd. Rechts ziet men nog juist een “mennegat”. Gebruikers van het “mennegat” moesten dit dichten gezamenlijk doen. Men gooide het vol zand en legde er aan de polderkant plaggen tegen. 

8.  Door een brand in het naastgelegen café “Het Roode Kruis” (van Van Dijk) raakte de hervormde Pieterskerk (’t Dikke Torentje) op 18 juni 1921 in brand. Van het interieur ging veel verloren: een zestiende-eeuws koorhek, een doophek, preekstoel, twee houten banken (zeventiende eeuw) en tevens een door J.B. Schmidt uit Gouda gebouwd orgel uit 1802. De vijftiende-eeuwse kerk werd – dank zij een goede brandverzekering – spoedig herbouwd. In het huisje, rechts achter de kerk, woonde Peter Gieskens (pollepel), de “petrolieboer”.

9.  De aan St.-Petrus gewijde vijftiende-eeuwse kerk van Eemnes-Binnen, tot voor kort een hervormde kerk, werd kort na het verkrijgen van het stadsrecht (1439) door de Binnendijkers gebouwd. Nu nog aanwezige herinneringen aan het verleden zijn: een oude grafsteen met vermanende tekst over de spoelkunst in het voorportaal en diverse grafstenen, waaronder die van “Andreas Mamuchet van Houdringen”, die in de tweede helft van de zeventiende eeuw de hofstede “Groeneveld” kocht. Zijn zoon Maurits startte in 1703 de bouw van het kasteel Groeneveld, dat rond 1750 zijn huidige vorm kreeg. Helaas is deze laatste grafsteen bij een verbouwing onder de betonvloer verdwenen.

10.  Het Dikke Torentje werd in 1921 prachtig gerestaureerd; het interieur van vóór de brand (zie foto) verschilt weinig van het huidige. Veel oude voorwerpen treft men ook nu nog in het kerkje aan. Zo ligt er op de kansel een in 1845 door de douairière J.L. van Tets-Huydecoper van Maarseveen (bewoonster van kasteel Groeneveld) geschonken bijbel en ook het avondmaalstel is haar geschenk. In de toren zit een prachtig oud uurwerk en er hangen twee oude klokken (de Pietersklok en een kleinere klok; beide uit 1637). Rechts staat de welbespraakte dominee Ynzonides.

11. De grote overstroming in de nacht van 13 op 14 januari 1916 was iets uitzonderlijks. Door een gat in de zeedijk aan het einde van de Meentweg (bij huisnummer 125) liep ook de Noordpolder te Veen onder. Dit gat trachtte men tevergeefs met het schip van Kuiper te dichten. De toenmalige burgemeester, Rutgers van Rozenburg, werd voor zijn ijver bij de hulpverlening bij de ramp onderscheiden met de Watersnoodmedaille. Peter “de petrolieboer” kon overigens na iedere overstroming zijn oliekannetjes met een bootje uit het water gaan opvissen.

12. De pastorie, Wakkerendijk 226, een negentiende-eeuws landhuis, beantwoordde in onze dagen niet meer aan de eisen van de tijd. Daarom werd op hetzelfde perceel een nieuwe pastorie gebouwd (226a). De oude pastorie, die onder andere als verzorgingshuis voor ouden van dagen in gebruik is geweest, staat op de “monumentenlijst”, onder meer vanwege de typische deurpartij. Achter de bomen, rechts, bevond zich tot 1886 de openbare school van “Binnendijk”. Dat gebouwtje dient thans als woonhuis en het pad ernaast wordt nog steeds “de schooldam” genoemd.

13. “De boerderij van Wous (Stalenhoef)” staat achter op deze tekening, ofschoon men ook zegt dat het de boerderij van Roothart was. Hoe het ook zij, we zien hier een typisch langhuis-boerderij (lage muren waarop een hoog rieten dak), zoals we ze hier veel aantreffen. Boven de deur in de voorgevel is vaak een levensboom aangebracht; erachter bevindt zich de woonkamer met daarnaast een klein slaapkamertje en aan de andere kant het opkamertje, waar de bedstee was. Tussen het woongedeelte en de stal is de keuken, vroeger één geheel met de stal!

14. De schooldam of het schoolpad, tussen Wakkerendijk 210 en 224, genoemd naar vroegere links ervan gelegen voormalige openbare school (nr 224). De onderwijzer, die tevens koster, voorzanger en doodgraver was, had zijn school dicht bij de kerk om zijn taken te kunnen combineren. De boerenwoning op de achtergrond dateert van 1617 (=huisnummer 216). Vroegere bewoners ervan zijn Gart Luyf, Mie Willemse (de Pruus) en Kees Horst, wiens familie nog lange tijd in het inmiddels grondig verbouwde huis woonde.

15. Stijn Greefhorst (Bieshaar) maakt omstreeks 1910 na het melken emmers en dergelijke schoon in de pompstraat van de boerderij van Drikus van der Wardt. Deze boerderij (Wakkerendijk 178) droeg het schone opschrift: “Eendracht Maakt Macht.” Zij ligt precies op de grens van Binnendijk en Buitendijk, die pas sinds 1811 één gemeente vormen. De melksters hadden het in de drassige polder, wanneer kar of slee niet werden gebruikt, niet gemakkelijk. Aan een juk droeg men dan twee melkemmers met een inhoud van elk twintig liter. “Moest je van achter bij de Eem komen, dan mocht je onderweg maar één keer rusten!” zuchtte nog een oude boerin, toen ze dit vertelde.

16. Vlak bij de grens tussen beide Eemnessen kijken we in de richting Baarn. Via de dijk, vroeger ook Reeweg, Hoogeweg en Wakkersweg geheten, ging veel doorgaand verkeer. De weg was een rijksweg en werd in 1816 al bestraat. Spoedig werd zij tot “Grote weg eerste klas” verklaard en in 1890 werd straatverlichting (zestien lantaarns) aangebracht. In 1929 werd de huidige rijksweg 1 geopend, waardoor het hier een stuk rustiger werd. De dijk werd omstreeks 1935 gedeeltelijk afgegraven voor verbreding van de weg. De boeren gebruikten het zand voor verhoging van het erf rond hun boerderijen.

17. Bij het “onafhankelijkheidsfeest” in 1913, waarbij het honderdjarig bestaan van ons koninkrijk herdacht werd, was er in Eemnes een grote optocht georganiseerd. De stoet trok van Eemnes-Buiten naar Groeneveld en terug. Aan de grens met Baarn voegde burgemeester Rutgers van Rozenburg, die in deze gemeente woonde, zich in de stoet. Op deze foto zien we onder anderen Marie Fecken en Mie Fokken (met mutsjes), mevrouw Rozenberg en Roothart.

18. Eemnes vierde het verlovingsfeest van Juliana en Bernhard op zaterdag 12 september 1936 met wederom een grootse optocht. Hier zien we een van de praalwagens, het dorpscafé “Het Wapen van Eemnes” voorstellend. Op de bok zit Henk Horst. Op de bovenste rij, van links naar rechts: Geert Renkers, Henk Zandvliet, Dien van Stoutenburg, Henk van der Wardt, Riek Makker, Gerard van Stoutenburg, Ko Makker, Kees van der Wardt, Mie Makker en Isaak Makker. Vooraan: Gon Makker, Jan Dijkstra, Geert, Kees en Clasien Makker, Gijs Roodhart, Mie van der Wardt en Antoon van Stoutenburg. De dames hebben allemaal de knipmuts op, die ook wel spottend de “pink met de twee horens” werd genoemd.

19. Eemnes is altijd een agrarisch dorp geweest, bekend om de grote hoeveelheden hooi die de Eempolder leverde. Er bestond een levendige handel in. Hier zien we Kees en Drikus van der Wardt naast hun boerderij (Wakkerendijk 134) met een wagen hooi, klaar voor vertrek naar Amersfoort. Een langskomende fotograaf schoot dit plaatje voor een veevoerkalender. Dat was in 1937, daags na het inhalen van burgemeester Van Ogtrop, wist Drikus zich te herinneren. In 1815 woonden er in Eemnes zesentwintig grote en drieënzestig kleine boeren, die zo’n zestig wagens met elk twee paarden hadden en twintig koeien en tweehonderd veertig varkens! Er was zeventienhonderd morgen hooiland, negenhonderd morgen weiland en vijfhonderd morgen bouwland. De hoeveelheid bouwland is op den duur steeds minder geworden. Nu zijn hier aan deze kant van de weg nog slechts enkele agrarische bedrijven.

20. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Eemnes een geliefd oord voor onder anderen de Hilversummers om zich van voedsel te voorzien. Bij sommige boeren stond men ’s morgens in alle vroegte al op de terugkeer van de melkers te wachten. Deze foto is gemaakt bij de uit 1912 daterende boerderij van Stoutenburg (Wakkerendijk 118), soms wel “De oude sukerkist” genoemd. Dit herinnert aan de Franse tijd, toen de hierachter gelegen oude boerderij van eigenaar verwisselde voor de prijs van één kist suiker, zo verhaalt de overlevering. Het pand ernaast (116), ook wel “De nieuwe sukerkist” genoemd, werd in 1876 gebouwd.

21. De rooms-katholieke St.-Nicolaaskerk kwam in plaats van een van 1744 daterende schuurkerk. In 1819, toen er wat meer vrijheid van godsdienst was, verzocht het rooms-katholieke kerkbestuur om over de hervormde Nicolaaskerk te mogen beschikken. Een nieuwe kerk zou hun namelijk veertigduizend gulden gaan kosten en bovendien was tweeënzestig procent van de Eemnessers katholiek! Na afwijzing van het verzoek maakte men alsnog bouwplannen. In 1843 kreeg men enige grond van de gemeente en voor drieëntwintigduizend gulden werd in 1845 de kerk gebouwd (met tienduizend gulden vrijwillige bijdragen en drieduizend gulden rijkssubsidie).

22. De St.-Nicolaaskerk is hier feestelijk versierd vanwege het feit dat pastoor B.J.M. Müter twaalf-en-een-half jaar pastoor van de parochie is (1934). Deze pastoor heeft tijdens zijn pastoraat de kerk aanzienlijk verfraaid. Deze kerk, een “waterstaatskerk” , werd toentertijd onder toezicht van rijkswaterstaat gebouwd. Zij mocht niet van de openbare weg als kerkgebouw herkenbaar zijn; daarom is er maar een bescheiden torentje en werd de pastorie vóór de kerk gebouwd. In de kerk is onder andere een prachtige vijftiende-eeuwse piëta te bewonderen.

23. Pastoor Müter was in 1939 veertig jaar priester. Na een plechtige viering in de kerk werd opzij van de kerkdeze “staatsiefoto” gemaakt. Op de bovenste rij, van links naar rechts: Marie van Leeuwen, Cato Elders, Marie Keizer, Rijkje van ’t Klooster, Bep Staal, Jans van Leeuwen, Sien Makker, Bep van Stoutenburg, Riek Makker en Marie Luyf. Midden: Jansje Roswey, Mien Bieshaar, Nel en Aal Hilhorst, Daantje van der Wardt, Mien Rigter en Riek, Catrien en Grad van Klooster. Vooraan: Marie Makker, Mie van der Wardt, pastoor Müter met pater Denen, Mien Elders en Jopie Koppen.

24. Het zangkoor van de katholieke kerk rond 1932, gefotografeerd tijdens een uitstapje bij “de ruīne van Brederode” te Bloemendaal. Van links naar rechts zien we bovenaan: Elbert Makker, Kees van Wegen, de latere dirigent en organist, en meester G. Morren, het hoofd van de Mariaschool. Beneden staan: Henk Raven, organist Gerard Elders, Lammert van ’t Klooster, Henk Eek en Elbert Makker. Een aantal van deze zangers ging als lagere schoolleerling al op het koor en zat er wel zo’n vijftig tot zestig jaar op!

25. In 1875 waren de zusters franciscanessen van Heythuysen met het katholieke onderwijs (een kleuter- en naaischool) gestart. Datzelfde jaar kwam een klooster voor hen gereed. In 1913 werd dit gebouw door een door Herman Kroes ontworpen gebouw (klooster met school, Wakkerendijk 62–64) vervangen. Deze foto van rond 1905 toont de bewaarschoolkinderen met de toen nog niet geprofeste, zuster Theodrika. Rechts, met de hoed, staat Marie Arpink. De twee jongens met de schorten zijn Nico en Jan van den Berg. De namen van de andere kinderen waren niet te achterhalen.

26. De zusters franciscanessen van Heythuysen waren ook in de bejaarden- en ziekenzorg werkzaam. Zij woonden in dit klooster. In 1875 werd ook toestemming gekregen om een taalschool (=lagere school) voor meisjes te mogen beginnen. In de H. Hartschool (links) kregen alleen meisjes onderwijs. In 1912 werden er ook tijdelijk jongens toegelaten, waardoor de openbare school vanwege een leerlingentekort gesloten werd. In deze oude openbare school werd in 1919 de Mariaschool voor jongens begonnen. De H. Hartschool kreeg in 1930 een hoger dak.

27. Omstreeks 1915 werd deze klassenfoto genomen. De kinderen staan op de speelplaats achter de school vóór de Lourdesgrot van de zusters. Enkele namen van hen: Stoutenburg, Makker, Raven, Nagel, Westerhuis, Oostrum, Kuyer, Stalenhoef enzovoort. De zusters zijn in 1953 uit Eemnes weggegaan. De H. Hartschool is in 1971, na een eerdere samenvoeging met de Mariaschool, aan het onderwijs onttrokken en dient thans onder andere als tandartsenpraktijk en clubgebouw (KPJ).

28. In 1925 werd het feit herdacht dat de zusters een halve eeuw daarvoor in Eemnes kwamen. In de deuropening van het klooster luisteren de zusters naar de zanghulde onder leiding van de juffrouw van de H. Hartschool, juffrouw Veldhuis (mevrouw Sertons). Links staat juffrouw Worsteling en rechts zien we de heer Geerars van de Mariaschool. Het glas-in-loodraam boven de ingangsdeur was een van de geschenken die zij kregen.

29. Links: de katholieke St.-Nicolaaskerk die, compleet met toren en daarvoor liggende pastorie, in 1845 werd gebouwd. In 1873 werd de rechter zijvleugel (kapelanie) bijgebouwd. Deze zogenaamde “Waterstaatskerk” werd in 1927 tijdens het pastoraat van pastoor Müter grondig gerestaureerd (nieuw gewelf, tegelpaden, nieuwe banken). Rechts: de uit de veertiende eeuw daterende hervormde Nicolaaskerk, waarvan de toren (1525) een in de hele omgeving goed zichtbaar punt is. Onder: de haven (omstreeks 1930) die in 1589 werd gegraven onder heftige protesten van de stad Amersfoort, die zich bedreigd voelde in haar handel. In 1953 is de vaart en haven buiten gebruik gesteld door het afsluiten van de sluis. Deze haventak werd in 1964 gedempt.

30. Naast de katholieke kerk woonden in vroeger dagen Jan Schouten en zijn vrouw Gijsie van Wegen. Op deze ansichtkaart (een uit de serie van karakteristieke Eemnesser tafereeltjes) staat Jan Schouten met zijn schoonzus Wous van Wegen, die op het hoofd de zogenaamde oorijzermuts (“vierkante muts”) draagt. De knipmuts (“pink met de horens”), de kap (muts met geplooide kraag en spelden en naalden) waren de andere vrouwendrachten. Soms zag men ook de “pijpjesmuts”, maar dit was de dracht van vrouwen die uit Hoogland afkomstig waren.

31. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd ten behoeve van de ouderen onder de gevluchte Belgen de villa op Wakkerendijk 44 gehuurd en ingericht als bejaardentehuis. Het werd het “St.-Dominicusgesticht” genoemd. De leiding van het tehuis had bakker André Verdonck met zijn echtgenote. Op deze foto zitten ze beide aan weerskanten van pater Thomas van den Brink o.p. uit Laren, die de aalmoezenier van de Belgen was. Deze schreef een boekje over zijn werk: “De Belgen in Nederland tijdens de Oorlogsjaren”, waarin de hier afgedrukte foto voorkomt. Het huis, waar dokter Weitjens een verdieping op liet bouwen, is na hem bewoond geweest door de dokters Warmoltz, Duijster, Snijder en Casparis.

32. Nog een foto uit 1923, toen Wilhelmina vijfentwintig jaar koningin was. Er werd een grote optocht gehouden. Tientallen boerenwagens trokken langs de toeschouwers en iedere wagen gaf een ander facet weer van de bedrijvigheid die men in het dorp kon aantreffen. Niet alleen beroepen als agrariėr, molenaar, rietdekker, schipper en aannemer werden uitgebeeld, maar ook de toneelvereniging had een praalwagen. Hier zien we de molenaarswagen bij de dam van Makker (nr. 42).

33. Vlak voor het voormalige gemeentehuis, op de plaats van de vroegere Rabobank, stond de boerderij van de Rigters (Jan, Rijk en het laatst weer Jan). In 1958 werd ze afgebroken. In de 19e eeuw is in dit huis een bakkerij geweest. Het linker gedeelte van het woonhuis is een tijd lang verhuurd geweest, onder anderen aan schippersknecht Rolf de Brakel en aan de gezusters Van Leeuwen. Het landarbeidershuisje op de voorgrond (nr. 36), waar tuinder en bloemist Kees Snel woonde, is een karakteristiek gebouwtje dat op de lijst van Gemeentelijke monumenten staat.

34. Het gemeentebestuur van Eemnes vergaderde tot 1907 in herberg “De Lindeboom” , waar de opkamer als raadzaal en, sinds 1895, ook als secretarie gebruikt werd. In 1907 werd van W. van de Kuinder, oud-gemeenteontvanger, dit (heren)huis gekocht en als gemeentehuis ingericht. Het huis, dat “Bellevue” heette, was in 1881 voor f 2695 door Jurriens uit Naarden gebouwd. Daarbij werden de eiken zolderbalken uit de afgebroken boerenwoning hergebruikt. Let op het publicatiebord met het opsporingsverzoek (f 200,- beloning bij een roofmoord), een kiezerslijst en een veilingaankondiging.

35. In dit gemeentehuis, dat van 1907 tot 1975 als zodanig werd gebruikt, werden onder leiding van de burgemeesters Rutgers van Rozenburg (1907-1937), Van Ogtrop (tot 1948), Kolfschoten (tot 1954), Van Niekerk (tot 1964) en De Bekker (tot 1977) vele bestuurlijke zaken behandeld. Enkele hiervan waren: invoering van de elektriciteit (1913), de waterleiding (1932) en het gas (1967), distributiemaatregelen tijdens en na de beide wereldoorlogen en vele uitbreidingsplannen (aanleg Molenweg, Streefoordlaan en Nieuweweg rond 1925; Heidelaan 1935; Zuidbuurt 1956-1975 en Noordbuurt vanaf 1972). In 1975 werd het gemeentehuis op de hoek van de Laarderweg en de Noordersingel in gebruik genomen; in 2008 zal dit plaats maken voor een winkelcentrum in het Dorpshart.

36. In het huis naast de haven woonde vroeger beurtschipper Van IJken. Op 1 april 1877 had Willem van IJken toestemming verkregen om als beurtschipper op Amsterdam te varen. Heen werden onder andere bomen van Van Dijk uit Laren en kleden van tapijtfabriek Willard vervoerd; terug bracht men graan, hout, papier en bier mee. Op de foto zien we links de vrouw van Gijs van IJken (een zus van molenaar Wulvert Pas) staan. Al geruime tijd wonen de Van IJkens niet meer in dit huis. Deze familie houdt zich nog wel met transport bezig.

37. Op deze foto van omstreeks 1925 zien we het haventje waar veel vracht voor Eemnes en omliggende plaatsen geladen en gelost werd. In het Gooi was Eemnes zeer in trek voor aanvoer van stenen, omdat de haven van Hilversum te ondiep was voor grotere schepen. De paal rechts is een zogenaamde rolpaal, die gebruikt werd om de trekschuiten de hoek om te trekken. De meeste stenen kwamen uit de steenfabrieken in Breukelen en Maarssen langs de Vecht. De boot links was vermoedelijk van Jan Huisman uit Vreeswijk.

38. Op de voorgrond ligt het houten schip van Kuiper, één van de schippers die onder andere lange turf uit Groningen en Drenthe, dekriet uit Friesland, pulp uit Halfweg en Geldermalsen haalde en ’s zomers hooi naar de Vechtstreek vervoerde. Rechts zien we het motorschip van Van IJken. In het tweede huis vanaf het haventje is (nog steeds) het café van Staal gevestigd, dat niet voor niets “Schippers Welvaren” heet. Links van hem woonde Dop, de havenmeester, rechts Van Leer. In de bakkerij, tegenover het haventje, woonde bakker Post en later bakker Hoogland.

39. De haven van Eemnes was sinds 1869 eigendom van de gemeente Eemnes; voordien had ook het waterschap bepaalde rechten. Er konden schepen van zo’n zeventig ton laden en lossen; grotere schepen konden er vanwege de geringe diepte, krap anderhalve meter, niet komen. Desondanks was er een grote bedrijvigheid, want in de jaren twintig legden jaarlijks een tweehonderd schepen hier aan. Een aantal havenarbeiders stond dan met eigen kruiwagens gereed om de schepen te laden en te lossen. Op de foto zijn duidelijk de twee havenarmen te zien; het terrein daartussen werd “het marktveld” genoemd.

Klik hier om naar de volgende pagina te gaan.