De Historische Kring vertelt … 2018
Klik op een van de onderstaande titels om direct naar het onderwerp te gaan.
De gemeentevlag bestaat 80 jaar
Ter gelegenheid van het 40-jarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina werd haar op 6 september 1938 voor het paleis op de Dam een Nationale Jeugdhulde gebracht. Daarheen togen ook vertegenwoordigers van de verschillende jeugdverenigingen en de beide scholen van Eemnes. Alle delegaties kregen een vlag van hun gemeente met daaraan ook een oranje wimpel. De vlaggen voor ca. 750 gemeenten werden geleverd door Vlisco in Helmond, maar hoogstwaarschijnlijk in de dependance Lommel (België) gefabriceerd.
Eerder geplaatst in De Rotonde uitgave 24, 21 december 2018. Aangepast 4 januari 2019.
Foto’s: Vincent van Vulpen en Gijs van Ommen.
Grenspaal 7 weer terug, nu op de goede plaats
We berichtten eerder dit jaar over grenspaal 7 in De Rotonde (nr.6, 16 maart 2018). De herindelingsplannen van Noord-Holland en de politieke initiatieven van Laren en Blaricum met Utrecht maken het onderwerp hot. Daarover is op deze plaats (nr. 19) aandacht besteed in de zin dat de grenspalen langs de Gooiergracht cultuurhistorische monumenten zijn. Binnen de HKE heeft Jaap Groeneveld bijzondere aandacht voor het onderwerp omdat hij sinds 2003 zich in de grensgeschiedenis verdiept en daarover gepubliceerd. Deze paal staat op het driegemeentenpunt van Eemnes, Baarn en Laren. Eemnes ligt door de sprong in de grens met paal 6 (tuin Heidebloem) ongeveer driekwart rond de paal.
Zijn eerder gemelde initiatief ongeveer een jaar geleden, na het (tijdelijk) verdwijnen van paal 7, om hem op of zo dicht mogelijk bij zijn oorspronkelijke plaats te zetten bij herplaatsing, had al geresulteerd in die toezegging in maart. Op zaterdag 27 oktober 2018 heeft de projectcombinatie 3Angle in samenwerking met de betreffende aannemer de paal herplaatst op de beoogde plek tussen de vangrails in de middenberm. Omdat hij door een misverstandje met de wapens aan de verkeerde kant stond, heeft de aannemer in de nacht van zaterdag op zondag de paal nog 180 graden gedraaid.
HKE is bijzonder erkentelijk voor de goede samenwerking met 3Angle. De foto’s tonen het nachtwerk van de correctie met het wapen van Noord-Holland wijzend naar de zuidpunt van Larens gebied. Die van Utrecht wijst naar Eemnesser gebied.
Eerder geplaatst in De Rotonde uitgave 22, 23 november 2018 met andere foto.
De Leeuwenpaal bij de Bijvanck (foto Jaap Groeneveld)
Hebben de grenspalen hun langste tijd gehad?
In de regionale media viel te lezen dat Laren en Blaricum overwegen om zich te laten overhevelen naar de provincie Utrecht. Tegelijk werd door de pers gesuggereerd: ‘De grenspalen tussen Laren en Eemnes zijn in de toekomst mogelijk overbodig.’ Dat zou men denken als de provinciegrens verlegd wordt door de Bijvanck, via Crailoo en de Aardjesberg. De palen met nummers 1 t/m 8 zijn trouwens niet voldoende om vooral die grillige grens van Blaricum aan te geven. Misschien net voldoende als de Bijvanck niet meegaat. Maar dat terzijde.
Wat velen niet weten, de grenspalen hebben geen juridische betekenis meer. De gegevens in het kadaster zijn tegenwoordig ‘bepalend’. Sommige palen staan ook niet meer goed. Kortom, mocht het zover komen dat Laren en Blaricum bij Utrecht komen, dan is het helemaal niet nodig dat de palen verplaatst worden. Ze zouden gewoon moeten blijven staan als cultuurhistorische monumenten, wat ze nu ook zijn. Als een statement: ‘Hier liep eeuwenlang de grens tussen het Gooi en Utrecht, waar zoveel om is gestreden.’ Eemnes is er in 1346 nog om platgebrand, weet je nog? Zoiets als de resten van de Berlijnse Muur.
Hoewel de oudst aanwezige palen van 1725 dateren, gaat de plaatsing van de eerste en echte Leeuwenpaal op de noordwesthoek van Eemnes terug tot 1356, terwijl de gegraven Gooiergracht dateert van 1536. Voorwaar een rijke geschiedenis die je niet zomaar mag uitwissen.
Men zou het er overigens nog over kunnen hebben dat het hele Gooi misschien wel beter bij Utrecht past, landschappelijk gezien, als deel van de Heuvelrug. Het Gooi wordt als vreemd aanhangsel immers niet geassocieerd met Noord-Holland. Daar gaat de HKE niet over, maar we volgen de ontwikkelingen met belangstelling vanuit historisch perspectief.
Eerder geplaatst in De Rotonde uitgave 19, 12 oktober 2018. Marginaal aangepast.
Foto: Jan Manten
Een vaart door de Driest?
Even een winters tafereel in deze hete dagen. Op de ledenvergadering van HKE op 5 april j,l. kregen we een erg beschadigd kleurenfotootje in handen gedrukt, waarop een wel heel opmerkelijk tafereel staat uit eind jaren vijftig, begin zestig. De maker was bekend, Jan Manten, en hij had een betere afdruk die hierbij gaat. Het lijkt wel een nieuwe vaart of zoiets. Er ligt wat sneeuw en het water is bevroren. Kwajongens hebben al het ijs getest met een baksteen of zo. Je kijkt recht op de toren in de Kerkstraat en rechts zie je de oude Mariaschool, waar nu de Bongerd staat. Links staat al het rijtje woningen aan de oostkant van de Braadkamp, die toen nog een straatje was met een weiland ernaast. Daarvoor is een hooiberg en een schuur te zien.
Welnu, we zien hier het zogenaamde ‘cunet’ voor het Torenzicht, waaruit zwarte grond is gegraven tot op het witte dekzand dat hier niet erg diep zit. Het grondwater stond hier wat hoog. We hadden aanvankelijk wat discussie over de datering. De afdruk was van 1965, maar het Torenzicht bestond toen al een aantal jaren. Daarbij zijn we op het verkeerde been geraakt omdat in de Laarder Courant eind 1960 het ‘Verenigingsgebouw van de Hervormde Kerk’ werd genoemd. Dit bleek het noodgebouw te zijn van de Protestant-Christelijke Kleuterschool, want het Hervormd Centrum werd pas op 5 oktober 1964 geopend, waar nu het gezondheidscentrum De Driesten staat.
We zijn tot de conclusie gekomen dat de datering gaat om de winter van 1962/63, nader bepaald vanaf kerstmis 1962 tot midden februari 1963, vóór de sneeuwstorm. De redenen daarvoor zijn dat er foto’s zijn uit maart 1963 vanaf de Braadkamp, waarbij het zandlichaam er ligt en er verder aan de afwerking van de riolering en bestrating word gewerkt. Vermoedelijk is de foto ongeveer halverwege genomen bij het zijstraatje Driest naar de Laarderweg (links). Het stuk naar de Molenweg werd later aangelegd en verliep met een flauwe knik die hier niet is te zien.
Overigens, in Eemnes spreekt men altijd van de Driest in enkelvoud, wat de algemene aanduiding is van alle land aan de westkant van de Wakkerendijk en Meentweg.
Eerder geplaatst in De Rotonde uitgave 126, 31 augustus 2018. Marginaal aangepast.
Wakkerendijk 9 in 2015 (foto HKE)
Het winkeltje van Jaap Eek, Wakkerendijk 9
‘Een ongeluk zit in een klein hoekje’ is maar al te waar. Een ogenblik van onachtzaamheid werd onze smid Jaap Eek (Eemnes 1934-2018) uiteindelijk noodlottig. Veel mensen leefden met hem mee toen bekend werd dat hij was aangereden. Opluchting was er toen hij goed aanspreekbaar bleek en er gloorde hoop dat hij het zou halen. Zelf zou hij voor ogen hebben gehad om weer in de winkel te gaan staan. Het mocht niet zo zijn en het is verdrietig dat het zo is gegaan.
Bij HKE zijn er goede herinneringen aan Jaap Eek. Met Open Monumentendag in 2016, thema Kunst & Ambacht, heeft hij aan het publiek zijn smeedkunsten vertoond. Ook bij andere gelegenheden was hij bereid te helpen. Zo heeft hij in 2007 ter gelegenheid van het zeventig jaar bestaan van de Juliana- en Bernhardbomen voor het oude raadhuis op verzoek van HKE de letters J en B gemaakt die nu het hek ervoor sieren, ter herinnering aan de oude letters. Nog regelmatig hielp hij Toon Wortel met ijzeren banden voor nieuwe of herstelde houten wielen. Vakwerk van het soort ‘het geheim van de smid’.
Jaap Eek had zijn winkel in ijzerwaren en tuingereedschappen in het karakteristieke pand nog voor de liefhebberij en je kon alleen ’s ochtends bij hem terecht. Van 1950 tot 1962 werkte hij bij verschillende smederijen als knecht. Hij begon daarna voor zichzelf in ‘de Zwarte Schuur’ bij Wakkerendijk 162 (De Deel). Hij had als eigenaar, na zijn huwelijk met Nel Stalenhoef in 1961, al het voormalige manufacturenwinkeltje van de familie Luijf betrokken. Hij bouwde daarna zijn werkplaats erachter.
Het winkel-woonhuis is van oorsprong 18e-eeuws. Er werd op die plaats al een huis vermeld in 1707. Tot 1887 was het pand eigendom van de familie Perier, die de naastgelegen herberg ‘De Lindeboom’ uitbaatten. In dat jaar kocht de voormalig zouaaf (soldaat van de paus) Jan Hendrikzn. Luijf het pand en vestigde er een manufacturenwinkel in. Hopelijk komt er weer een knus winkeltje in.
Eerder geplaatst in De Rotonde uitgave 14, 6 juli 2018. Marginaal aangepast.
De vaste Eemmnesser muziektent, mei 1940.
De Larense muziektent in 1951 in Eemnes.
Een muziektent in Eemnes
In de Gooi- en Eemlander van zaterdag 26 mei 2018 stond een stukje over de Larense muziektent, die eigendom is van de gemeente Laren. Deze muziektent, die uitklapbaar is en is gebouwd op een kar, stond al weer verscheidene jaren ongebruikt en verstoft in een opslag. Gemeentewerkers mogen hem wegens Arbo-regels niet meer opbouwen, aldus de krant. Hij wordt momenteel opgeknapt door vrijwilligers en nog wel in Eemnes, in de winterstalling van Hilhorst’s poffertjeskraam.
De Larense muziektent is vaker in Eemnes geweest. Maar nu eerst een stukje Eemnesser geschiedenis. Ter gelegenheid van de geboorte van prinses Juliana op 30 april 1909 was er sprake van een versierde muziektent. Of dat een muziektent was die voor gelegenheid in elkaar is getimmerd, is niet duidelijk. Op 29 juni 1925 krijgt J. Perier van burgemeester en wethouders van Eemnes toestemming om een muziektent op het marktveld te mogen plaatsen voor de concerten in de zomer. Perier was de herbergier van “De Lindenboom”, maar hij was ook nauw betrokken bij muziekvereniging “De Eendracht”, die in die tijd regelmatig prijzen won. Of dit een vaste muziektent werd of een gelegenheidsmuziektent is ook niet duidelijk, maar uit september 1934 weten we van een verzoek om de muziektent te mogen verplaatsen. Uit mei 1940 – tijdens de vee-evacuatie – kennen we een foto die de Eemnesser muziektent laat zien op het marktveld bij de haven. Deze was rondom open, waardoor het geluid nogal eens richting polder verwoei. Hij is naderhand verdwenen.
Een foto van het feest van “600 Jaar stadsrechten Eemnes” in 1951 (dat had overigens in 1952 moeten zijn) toont ons de naoorlogse muziekvereniging “Eemnes” vóór een muziektent met drie van de zes zijden gesloten om het geluid te weerkaatsen naar het publiek. Het is die van Laren en hij staat op het marktveld; zie dezelfde constructie van de elektriciteitsmast bij de haven. We weten uit een oud kasboekje van het Oranjecomité dat deze hem ook in 1956 en 1957 huurde van de gemeente Laren. Misschien is het een idee om volgend jaar de Larense muziektent weer eens te gebruiken, in de Feestweek?
Eerder geplaatst in De Rotonde uitgave 12, 8 juni 2018. Marginaal aangepast.
Plaat van gasfles: particuliere collectie, België.
Tussen de Laarderweg en Torenzicht stond de EMREC
Omstreeks 1954 vestigde zich een tweede industrie in Eemnes, nu aan de Laarderweg, achter het huidige blok met drie woningen met de nummers 35A, 35B en 37. Daar stond sinds 1950 een timmerfabriek, die inmiddels weer was verlaten. De eerste industrie was de Ocrietfabriek. Nu was het van wat bescheidener schaal, de emailleerfabriek EMREC met een tiental werknemers. Deze maakte vooral reclameborden die aan de muur werden geschroefd.
In het verleden werden veel gietijzeren of plaatstalen producten geëmailleerd om ze tegen oxidatie te beschermen, ook baden, pannen, keukenbestek, vergieten, emmers en, niet te vergeten, de nachtspiegels. Het is een soort glazuur die we ook van aardewerk kennen. Een vloeibare emulsie van het email wordt op de producten rondom aangebracht. Het zo voorziene product gaat daarna in een oven om de vaste stof in de emulsie te laten versmelten en hechten aan het metaal. Zo beschermt het oxidatiegevoelig metaal tegen roestvorming. Het heeft als nadeel dat het door stoten af kan schilferen of scheuren kan vertonen. Daarom mogen geëmailleerde producten niet meer in de voedselbereiding worden gebruikt. Die schilfers kunnen inwendige verwondingen veroorzaken. De reclameborden werden met enkele verschillende kleuren voorzien, vermoedelijk door middel van zeefdruk. We kregen verleden jaar een mooie afbeelding van een bord dat werd gebruikt voor reclame voor een flessengasleverancier in België. Op internet komt men nog wel andere borden tegen van EMREC.
Het bedrijf stopte omstreeks 1969 zijn activiteiten. De fabriek heeft er een aantal jaren als bouwval gestaan, totdat men ca. 1979 het winkelcentrum Torenzicht bouwde, dat inmiddels plaats heeft gemaakt voor een rij woningen, Torenzicht 76-78.
Omdat de fabriek email gebruikte, waarin zware metalen waren verwerkt, was de sloot – de Vils – achter de huizen zwaar vervuild. Spoelwater met resten van de grondstof werden gewoon in de sloot geloosd, zoals dat vroeger overal gewoon gebeurde. De sanering daarvan vond plaats in 1988-1989.
Eerder geplaatst in De Rotonde uitgave 10, 11 mei 2018. Marginaal aangevuld.
Grenspaal 7 komt weer op zijn oude plek
Alom bekend in onze omgeving zijn de grenspalen langs de provinciegrens van Noord-Holland en Utrecht. De eerste stenen palen dateren van omstreeks 1730. Langs de daarmee samenlopende gemeentegrens van Eemnes staan er acht, dat wil zeggen de ongenummerde Leeuwenpaal op de noordwesthoek van de gemeente, bij de Blaricumse Bijvank. De nummers 1 t/m 7 staan langs de gemeentegrens met Laren. Dat was daar nodig omdat daar in de heide anders een goede markering moeilijk te handhaven was, zoals dat bij Blaricum met een ordentelijke, brede sloot wel lukte.
Door wegverbredingen staan een aantal palen niet meer op hun oorspronkelijke plek, zoals nummer 2 bij de rotonde op de grens met Laren. Toen de rijksweg A27 werd aangelegd stond paal nummer 7 in de weg. Deze staat vlak bij paal 6. Zij markeren samen de zijwaartse sprong – inschinkeling – in de provinciegrens (net als paal 1 en 2 aan de Laarderweg). Paal 6 staat in de tuin van voormalig theehuis “de Heidebloem”. Deze markeert de uiterste zuidwesthoek van de gemeente Eemnes. Paal 7 markeert de driegemeentengrens van Baarn, Eemnes en Laren. Destijds in 1976 had men grenspaal 7 gewoon in de vrij brede middenberm tussen de vangrails kunnen zetten. Hij werd echter achter de vangrail gezet aan de Baarnse zijde van de weg.
Met de nu gaande verbreding was hij ineens verdwenen. Bij navraag bleek hij op een werf van het project in Bilthoven te liggen. HKE heeft voorgesteld om de paal nu alsnog tussen de vangrails te zetten, zo dicht mogelijk bij het driegemeentenpunt. Dat verzoek is uitgewerkt door het projectbureau 3Angle, dat werkt voor Rijkswaterstaat. Enige tijd geleden kregen we de plaatsingstekening, die laat zien waar precies hij komt te staan. Het driegemeentenpunt ligt precies in een vangrail van de middenberm, zodat hij meer naar het midden komt. Over niet al te lange tijd zal hij er staan en het voortrazende verkeer herinneren aan deze oude grens.
De paal is van het ontwerp van dat prof. A.W.M. Odé in 1925 maakte om beschadigde palen te vervangen. Ze hebben de tegenwoordige provinciewapens, die horen te staan aan de zijde van de betreffende provincie. Zie het voorbeeld van paal 13 hierbij met het wapen van Utrecht.
Eerder geplaatst in De Rotonde uitgave 6, 16 maart 2018.
Update 28-10-2018: Op zaterdag 27 oktober 2018 heeft de aannemer de paal 7 geplaatst op de beoogde plaats (zie kaartje) tussen de vangrails in de middenberm. Omdat hij door een misverstandje met de wapens aan de verkeerde kant stond, heeft de aannemer in de nacht van zaterdag op zondag de paal nog 180 graden gedraaid. Wij zijn zeer erkentelijk voor de goede samenwerking met 3Angle. Foto van het nachtwerk. Het wapen van Noord-Holland wijst nu naar Hilversum (Larens gebied), die van Utrecht naar Eemnes (niet zichtbaar).
Zandtrein omstreeks 1934 op de Volkersweg in aanleg.
De afgraving van de dijk langs de Meentweg omstreeks 1934.
Een trein in Eemnes
Eemnes lag zo’n honderd jaar geleden op het ‘wantij’ van de verkeersstromen over de weg tussen Amersfoort en Amsterdam. De Rijksstraatweg voerde sinds 1816 langs wat nu Laarderweg en Wakkerendijk heet. Eemnes-Binnen was op Baarn gericht en Baarn en Soest op Amersfoort. Hoe verder je richting Amersfoort ging hoe drukker het werd. Eemnes-Buiten was meer op het Gooi gericht en dat weer op Amsterdam. En hoe verder je naar Amsterdam ging, hoe drukker het werd. In Eemnes-Buiten was het luw, zo bleek uit een verkeerstelling eind jaren 1920; een uithoek aan de straatweg.
Baarn had twee spoorwegstations, het grote van het Oosterspoor dat we nu nog kennen en die van het lokaaltje naar Utrecht. Laren had zelfs een halte aan het Oosterspoor bij de overweg in het bos bij Drakenburg – wel een eind lopen – en had samen met Blaricum de Gooische Stoomtram. Bij gunstige wind kon je de treinen horen, maar verder geen spoor van een trein of tram in Eemnes.
In 1910 was er een plan om de straatweg te verbreden en er dan de Gooische Stoomtram van Laren via Eemnes naar Baarn in door te trekken. Het plan strandde omdat Eemnes alleen wilde betalen als het was gerealiseerd. Met de wetenschap van nu zouden we toen hebben kunnen voorspellen dat het een fiasco zou worden. Vooruitziend bestuur in Eemnes, ook toen al.
Niettemin heeft Eemnes toch zijn trein gekregen. Wat wilde het geval? Bij de aanleg van eerste polderwegen in de Noordpolder omstreeks 1934 en die tijdens de ruilverkaveling vanaf 1939 werden zandtreintjes gebruikt. Voor de fundering werd het zand gebruikt van de zeedijk, ook wel de Hoge Weg genoemd. Zie ook ons vorige stukje. De aannemer legde zogenaamd ‘veldspoor’ aan uit een groot formaat bouwpakket, met wissels en zo erbij, van de dijk naar de polder, en al naar gelang het werk vorderde. Een locomotiefje reed een sleep kiepkarren heen en weer, terwijl een ploeg arbeiders met de schep lege karren vulde. Toen het zand van dijk niet genoeg was bij de ruilverkaveling, werd omstreeks 1940 voor de aanleg van de Anna Louwenweg zand uit de Heidehoek gehaald, van het land van Bertus van Gelder (Wakkerendijk 190). Hierbij twee foto’s, die Wim Westerhuis omstreeks 1934 maakte.
Eerder geplaatst De Rotonde uitgave 4, 16 februari 2018; aangepast en aangevuld met tweede foto 19 april 2021.
Zandhopen op de Wakkerendijk
De Historische Kring Eemnes kreeg enige tijd geleden een fotoverzameling uit de nalatenschap van Wim Westerhuis, die heel veel van het dorp heeft gefotografeerd. Hij was schoenmaker en hij woonde eerst in het huis Wakkerendijk 8-10, dat omstreeks 1961 werd afgebroken. Wim was al naar het woonhuis van het RK Verenigingsgebouw verhuisd. Daar zette hij zijn schoenmakerij voort en hij en zijn vrouw waren toen ook de beheerders van het gebouw.
In de verzameling foto’s waren ook een aantal foto’s uit 1933 met merkwaardige zandhopen op de Wakkerendijk, zoals deze hiernaast. Elektriciteitspalen staan op een hoop zand zoals hier voor Wakkerendijk 15. Wat stelt het voor? Welnu, hier zien we de resten van de zeedijk – vreemd genoeg vroeger ook genoemd Hoge Weg – die bovenop de huidige dijk lag. Hij liep dus voor de huizen aan de oostkant langs, die bij zeer hoog water in het water stonden. Om de erven van die huizen en de haven te kunnen bereiken waren in de dorpskom mennegaten met gemetselde zijmuren waarin bij dreigend hoog water in twee rijen gleuven schotbalken konden worden geschoven. Buiten de bebouwde kom waren er aarden mennegaten of doorgravingen die al aan het begin van de herfst weer gedicht moesten zijn. In 1916 stond het water bijna tot aan de kruin van deze dijk, wat tot twee doorbraken leidde aan de Meentweg.
Op bijgaande foto zien we een fase in het proces van ontmanteling van de zeedijk. Dat kon nadat in 1932 de Afsluitdijk klaar was. De zeedijk in de dorpskom is daarna al snel afgegraven, want het was een obstakel. Er stonden elektriciteitspalen op, die eerst nog verplaatst moesten worden naar een lagere, afgegraven plek. Daarom staan ze nog in een stuk van de dijk om steun te vinden tegen omvallen. Een uitzondering werd gemaakt voor de immense en oude Lindeboom. Die zien we in de verte. Hij sneuvelde pas in 1949 met de laatste rest dijk eronder. Buiten het dorp is de zeedijk gebruikt voor de aanleg van de wegen in de polder tijdens de ruilverkaveling vanaf 1939.
Eerder geplaatst in De Rotonde uitgave 2, 19 januari 2018. Marginaal aangepast.