Eemnesser historie in vogelvluchtwapen Eemnes
Om het verhaal van de Eemnesser geschiedenis goed te beginnen is het nodig om in gedachten terug te gaan naar de duistere periode rond de 12e eeuw. Het huidige Eemnes was toen een moerassig gebied aan de monding van de Eem, dat meestal onder water stond. Tijdens een stormvloed in 1170 is er een gat geslagen in de veenrug tussen Staveren en Enkhuizen. Daardoor kon toen het water uit Midden Nederland makkelijker wegstromen naar de Waddenzee. Het gevolg was dat ook rond de Eemmond het waterpeil daalde. Vanaf dat moment begon men aan de ontginning van het Eemnesser grondgebied. Rond 1200 ontstond aan de oostoever van de Eem, waar nu Eembrugge ligt, het dorp Ter Eem, versterkt met een kasteel. Kort daarna begonnen pioniers, die Ter Eem bewoonden, het moerasgebied ten westen van de Eem te ontginnen, vanuit een landtong in de rivierbocht van de Eem tegenover Ter Eem. Daaruit kan de naam van onze gemeente verklaard worden. “Nes” betekent namelijk landtong aan de binnenbocht van een rivier.
De ontginners hielden als woonplaats Ter Eem. Ze legden een kade aan langs de Eem (de Zomerdijk) en daar vandaan werden kavels land geprojecteerd, van oost naar west. Men ging zo ver naar het westen als men nodig had. Als noordgrens werd een zijdwinde aangelegd. Dit is een soort brede dijk, die in oost-west richting liep van de Eem tot het huidige Laren. Deze zijdwinde lag ten noorden van de Eemnesser vaart op de hoogte van de Laarderweg. Het oudste document waarin de naam Eemnes is teruggevonden, dateert van het jaar 1269. Door bodemdaling gingen de ontginners steeds meer in de richting van het Gooi ontginnen. Vanaf ± 1300 verhuizen ook steeds meer ontginners van Ter Eem naar Eemnes, halverwege de polder.
Tot dan toe was een kreek op de plaats van de huidige Gooiergracht de onofficiële grens tussen het Graafschap Holland en het bisdom Utrecht. In de 14e eeuw kreeg de Graaf van Holland ook belangstelling voor het nieuwe land. Rond 1325 liet hij met palen een grens markeren op de plaats waar nu de Meentweg en de Wakkerendijk lopen. Deze grens werd ‘de rede’ genoemd en het Eemnesser gebied tezegeln westen van de rede noemde de Graaf Oost-Holland. Op de plaats van de rede werd al snel een weg aangelegd en in korte tijd verhuisden vele ontginners vanuit Ter Eem en vanuit de polder naar weerszijden van de nieuwe weg. Het huidige Eemnes was toen ontstaan. Het werd een gerecht dat in 1339 al een eigen bestuur had met 13 schepenen.
In 1342 werd Jan van Arkel bisschop van Utrecht. Hij was een krachtdadig man en hij nam er geen genoegen mee dat de Graaf van Holland zich een deel van het nieuwe land had toegeëigend. In 1346 bracht hij Oost-Holland onder het gezag van de bisschop en verwoestte hij de toenmalige nederzetting Eemnes, inclusief een pas gebouwd kerkje.

Een nieuwe start
Om de Eemnessers toch aan zich te binden maakte hij een nieuwe start. Tussen 24 juli en 7 september 1352 kreeg Eemnes stadsrechten. Bovendien mocht men een kerk bouwen op de plaats van het oude kerkje (in de huidige Kerkstraat). Deze kerk werd toegewijd aan de H. Nicolaas. Om de parochie van Ter Eem niet teveel te benadelen werd een soort compromis gesloten waarbij het zuidelijk deel van Eemnes bij Ter Eem bleef. De grens werd een scheisloot tussen de percelen Wakkerendijk 178 en 180. In later tijd werd het hele gebied ten noorden van deze scheisloot Eemnes-Buiten genoemd en het gebied ten
 zuiden ervan Eemnes-Binnen. Nog geen eeuw later, in 1439, werd het gebied ten zuiden van de scheisloot toch los gemaakt van Ter Eem. Dit zou om strategische redenen gebeurd zijn. Het gebied kreeg stadsrechten onder de naam Eemnes-Binnendijks. Men mocht een eigen kerk bouwen, die gewijd werd aan Sint Pieter (in de volksmond ‘het Dikke Torentje’ genoemd).

Dat de grensgeschillen tussen Holland en Utrecht ondertussen nog steeds voortduurden, bewees een bord, dat tot het begin van deze eeuw in de Hervormde kerk van Eemnes-Buiten heeft gehangen en in 1981 opnieuw werd aangebracht. Hierop staat de volgende tekst: 

tekst

 

eemneswakkerendijk bewerktkopieAan het eind van de 16e eeuw gingen de kerken van Eemnes-Buiten en Eemnes-Binnen over in Hervormde handen. Een groot deel van de Eemnesser bevolking bleef Rooms-Katholiek. Voor de eredienst kwam deze groep samen in een schuurkerk en later in een definitief kerkgebouw op de plaats waar nu de Rooms-Katholieke Sint Nicolaaskerk aan de Wakkerendijk staat (het huidige kerkgebouw in “waterstaats”stijl is in 1845 gereed gekomen).
In 1589 werd de Eemnesser vaart gegraven, waardoor de inwoners een verbinding kregen met de rivier de Eem. In de zomerdijk werd toen een houten sluis gemaakt. Al in 1650 werd deze houten sluis vervangen door een stenen sluis; dezelfde die we nu nog kennen aan het einde van de Eemnesser vaart. Na de restauratie, die in 1994 voltooid is, kan men de sluis weer in zijn oorspronkelijke staat bewonderen.
Vanaf de 17e eeuw kennen de beide Eemnessen meer rust. In de meeste gevallen leefde men van het boerenbedrijf. Veel vrouwen vonden een bijverdienste in het spinnen. Op een steen in het ‘Dikke Torentje’ staat de tekst:

Hoyt de spoelconst in eeren
Want alle mensche behoeve cleeren
Ghelijckt bij alle verstandige bekent is
Dattet gewevene in de geboorte noodich en na de doot ‘t laetste present is.

In 1811 werden Eemnes-Buiten en Eemnes-Binnen samengevoegd tot één gemeente Eemnes met 1148 inwoners. In lange tijd veranderde er aan het karakteristieke dijkdorp Eemnes niet veel. Er was één lange dijk (Wakkerendijk/Meentweg) met hoofdzakelijk aan de westzijde huizenbouw. Vanaf de dijk was er een verbinding met Laren (de huidige Laarderweg). Het beeld van de dijk veranderde na 1932. Door de aanleg van de Afsluitdijk hoefde de dijk van Eemnes het zeewater ‘s winters niet meer te weren. Enige jaren later werd de dijk dan ook gedeeltelijk afgegraven. In de polder werden toen bij een ruilverkaveling de polderwegen aangelegd.

139-Roëlllaan-000-09-02-1957
De nieuwste tijd
Het gezicht van Eemnes is zeer ingrijpend veranderd sinds ± 1970. Woningbouw in de Zuid- en Noordbuurt, de aanleg van de Rijksweg A27, dwars door het landelijk gebied tussen de dijk en de gemeente Laren en de ruilverkaveling brachten grote veranderingen. In het kader van de ruilverkaveling werden sinds ± 1990 melkveehouderijbedrijven van de Meentweg en Wakkerendijk verplaatst naar plekken in de grote open polder. Boerderijen waar eeuwenlang het boerenbedrijf werd uitgeoefend, vaak generaties lang door één bepaalde familie, werden verlaten. Ze werden verkocht aan veelal welgestelde burgers, die er riante woningen van maakten. Een omzwerving door de Eemnesser polder (volgens sommigen één van de mooiste polders van Europa) is een steeds weer boeiende gebeurtenis (o.a. door het rijke vogelleven). Zo’n tocht kan voor iedereen een stimulans zijn om zuinig te zijn op het vele mooie en oude, dat in onze gemeente nog te vinden is.
Sinds 30 april 1993 beschikt Eemnes over een Oudheidkamer in de voormalige Brandweergarage aan de Raadhuislaan. Een ideale ruimte voor activiteiten, tentoonstellingen en documentatie betreffende het oude Eemnes. De geschiedenis van de Eemnesser boerderijen, de haven, de kerken en andere monumenten, de Eemnesser families en b.v. de herbergen (zoals ‘De Lindeboom’ en het ‘Rode Kruis’) krijgen daar ruimschoots de aandacht.